Persoonlijke groei

Ik zie mezelf…

Voor het eerst zie ik mezelf. Ik zie mezelf echt. Niet door de ogen van een ander, niet gefilterd door afwijzing, schaamte of angst, maar zoals ik ben: krachtig, gevoelig en veerkrachtig. Dat heeft me heel wat jaren gekost. Zo’n 52, om precies te zijn. Maar, laat ik bij het begin beginnen…
Ik ben opgegroeid in een omgeving waarin mijn eigenheid vaak werd gesmoord. Nou, eh, vaak? Zeg maar rustig: altijd. Mijn eigen ik was niet belangrijk, mijn mening deed er niet toe. Sterker nog? Het werd als een grote mond gezien. Mijn emoties, mijn eigen ik, werden afgestraft. Liefde kende dus voorwaarden en omdat ik graag liefde wilde, betekende dat automatisch dat ik mezelf leerde om me klein te maken, om te pleasen, om mijn eigen grenzen te negeren.
En ik kan je vertellen dat als je iets is aangeleerd als kind, dat het verdomde lastig is om het af te leren als volwassene. De weg naar dit punt toe kan ik dan ook niet anders omschrijven dan ongelooflijk krachtig. Ik heb losgelaten, gehuild en steeds weer gekozen voor mezelf, hoe lastig soms ook. Al was het lastigste wat ik ooit heb gedaan het loslaten van mijn ouders. Het heeft me jaren gekost om in te zien, met dank aan twee psychologen (waar er later nog eens twee bij kwamen), dat mijn ouders niet het beste met mij maar met zichzelf voor hadden. En dat voorbeeld, dat nam ik voor waar aan. Ik heb geleerd om het beste met de ander voor te hebben. Luisterde ik braaf? Dan kreeg ik de liefde waarvan ik dacht dat iedereen het op die manier kreeg. Voorwaardelijke liefde…

'Wie niet horen wil, moet maar voelen.'

Ik ben altijd meer bezig geweest met de ander. Ik was er een kei in om mezelf kleiner te maken. Ik had geleerd dat ik absoluut niet leuk genoeg was als mezelf. En met het schrijven van die zin, stromen de tranen me over de wangen want hoe erg is het om van jezelf te denken dat je niet leuk genoeg bent. Niet goed genoeg bent. Echt… Hartverscheurend.
Van mijn laatste psycholoog, Yvonne Lankhaar, moest ik naar mijn kleine ik gaan schrijven. En dat had met name te maken met het feit dat ik hete thee over me heen had gekregen als klein meisje. Ik kon goed en wel staan, ik kon een beetje lopen om de salontafel heen. Een glazen tafel. Er stond op die tafel een grote pot thee. Hete thee. In plaats van dat mijn ouders mij bij de thee vandaan haalden, lieten ze mij m’n gang gaan. Onder het mom: ‘wie niet horen wil, moet maar voelen’ want ze hadden me gewaarschuwd maar ik wilde niet luisteren. De thee ging over mijn voet heen, ik had een immense brandwond en draag tot op de dag van vandaag daar een litteken. Maar dat litteken, das het ergste niet. Wel het feit dat ik dit verhaal tot in lengte van dagen moest aanhoren op verjaardagen. Met als grootste klap “ze wilde niet luisteren”. Dus ze schoven de verantwoordelijkheid die ze zelf hadden moeten dragen over naar een kind van, pak em beet, een jaar? Enniewee… Ik heb naar mezelf geschreven, op advies van Yvonne, boordevol emoties met als belangrijkste boodschap dat ik er niets aan kon doen dat dit was gebeurd. Het was niet mijn schuld. Het is nooit mijn schuld geweest. Ik was een kind. Een onschuldig kind met ongelooflijk incompetente ouders.

Zie je hoe ingewikkeld het is?

Ik ben er een kei in, inmiddels, om de cirkel te doorbreken. Om in te zien wat ik wel en wat ik niet verdien. Soms zit er alleen nog een groot gapend gat tussen de praktijk en de theorie. Kan ik mensen heel eenvoudig mijn grenzen over laten gaan. Omdat ik ze al jaren ken en/of omdat ik van ze hou maar ook omdat ik er gelukkig van word want ja, hoe krom ook: iemand pleasen ten koste van mezelf, levert me ook een geluksgevoel op die voortkomt uit vroeger want ach, op de dagen dat ik gewoon het kind was wat mijn ouders graag zagen, dan had ik het goed. En die dagen, die associeer ik nog steeds met “dit is liefde”. Wat natuurlijk absoluut niet zo is, maar ja, vertel dat aan mijn gevoel…
Zie je hoe ingewikkeld het is? Dat wat ik heb aangeleerd gekregen, is niet zoals het hoort maar toch voel ik me er prettig bij. Zeker als ik midden in een situatie zit en ik niet bij macht ben om, zeg maar, van bovenaf er naar te kijken. Pas als ik afstand neem en mijn ruimte pak, kan ik van een afstandje voelen waar ik sta. Of hetgeen waar ik mee bezig ben, okay is. Dan verklein ik het gapende gat tussen de praktijk en de theorie waardoor ik mezelf weer terug vind. Heel ingewikkeld wellicht voor een buitenstaander die blindelings en te allen tijde durft te vertrouwen op die innerlijke stem. Mijn innerlijke stem is simpelweg troebel… Tenzij ik van een afstandje naar de situatie kijk en m’n hart even tot rust maan.

Mensen naar beneden halen en er hartelijk om lachen.

Ik zie mezelf… Ik heb zo’n 15 of 16 jaar geleden besloten de afslag te nemen tot het doorbreken van de cirkel want dat was het moment om mijn ouders los te laten. En in de jaren die volgden, heb ik steeds meer mensen die niet het beste met mij voorhadden mogen loslaten. Mensen die net als mijn ouders heel dwingend waren, wiens wil wet was, hoe fijn verbloemd met de nodige gezelligheid ook. Mensen bij wie ik me als vanzelfsprekend heel erg bij op m’n gemak voelde want hun gedrag voelde als vertrouwd. Sommige kende ik al m’n hele leven dus dat is niet zo gek: ik zocht mensen op met een bepaald soort gedrag die sprekend leek op wat mijn ouders mij hadden geleerd: dit is hoe de liefde werkt, dat is hoe het hoort te zijn. In welke relatie dan ook: jij houdt je stil, jouw mening doet er niet toe en je luistert braaf naar anderen. En dat alles overgoot ik met een sausje van hartelijkheid, humor en vooral veel disrespect naar mezelf want ach, wat was ik vaak het onderspit van andermans humor… Iets wat ik gewend was vanuit mijn ouders die er een sport van maakten om mij belachelijk te maken. Zo ging dat en ik dacht dat het normaal was: mensen naar beneden halen, ze belachelijk maken en er vervolgens hartelijk om lachen. Triest dat mensen dat nodig hebben, hè, om zichzelf beter te laten voelen. Ha…
Tja, ik zie nu hoe idioot het is als mensen zo doen maar destijds zag ik het niet. Destijds voelde het vertrouwd. Destijds maakte ik me klein, dat kon ik als geen ander. Tot ik m’n stem steeds meer liet gelden, tot ik mijn mening steeds meer durfde te geven. Dat was foute boel: ik kreeg ik de deksel op m’n neus. Ik kreeg brieven met daarin o.a. dat ik niet in staat was om lief te hebben. Dat ik jaloers was. Allemaal omdat ik stopte met pleasen en m’n eigen grens aangaf.
Allemaal mensen die heel graag zelf de touwtjes in handen houden. Die mijn “ik doe het op mijn manier” niet okay vonden. Die verhalen de wereld in hielpen met als doel mij naar beneden te halen. In mijn geboortedorp Sleen hebben mijn ouders bijvoorbeeld vertelt dat ik borderline heb èn een psychose. Triest hè? Maar aan de andere kant is het logisch. Want dat doen dit soort mensen, die graag de touwtjes in houden houden: die kijken niet naar hun eigen aandeel, die wijzen alleen maar met de vinger. Hun treft geen schuld, alles ligt aan de ander en in dit geval aan mij. Gat, wat ben ik toch een slecht mens, hè?

Dan verdien je geen plek in mijn leven.

Ik zie mezelf. En dat komt omdat ik jaren geleden heb gekozen voor mezelf én voor mijn dochters. Uit liefde… Ik weet inmiddels dat het een vorm van moed is op een niveau waar velen nooit (hoeven te) komen. Ik heb mijn dochters mogen leren dat ze een moeder hebben die zichzelf durft aan te kijken, die fouten maakt, die leert, die groeit en die beschermt. Ik ben onwijs trots op mezelf dat ik tot iemand ben uitgegroeid die niet door angst of wrok wordt geleid, maar door liefde, bewustzijn en verantwoordelijkheid. Ik ben in een emotioneel schraal landschap opgegroeid maar heb geleerd liefdevol en invoelend te zijn. Ja… Dat is zeker iets waar ik trots op ben.
Ik heb een stem en die doet er toe. Ik heb een grens, die er ook toe doet. En als iemand meent dat beide er niet toe doen? Dan verdien je geen plek in mijn leven. Ik ga niet meer verdragen wat niet klopt of wat pijn doet. Ha… Ik geef mezelf ruimte, liefde: ik erken mezelf. Ik zie mezelf.